Democratie

webkwestie - webquest

Leerkracht

    • Titel: Democratie

    • Onderwerp: Democratie in je klas

    • Schooltype: Basisschool

    • Groep: 7/8

    • Vakgebieden: Aardrijkskunde, geschiedenis, muziek, beeldende vorming, taal, ICT

    • Uitvoering: Opdracht 1 t/m 3 in tweetallen, opdracht 4/5 in groepjes van 4 á 5 leerlingen

    • Tijdsinvestering:

      • Opdracht 1: 30 - 45 minuten

      • Opdracht 2: 20 - 30 minuten

      • Opdracht 3: 20 - 30 minuten

      • Opdracht 4: 120 minuten

      • Opdracht 5: 45 minuten

    • Opbrengst: De kinderen leren wat democratie is en hoe democratie in zijn werk gaat. De kinderen kijken naar landen waar democratie is of juist niet is. Bovendien leren de kinderen, wat het inhoudt om een partijprogramma op te stellen, een vertegenwoordiger te kiezen en überhaupt een partij op te starten. Ze leren samenwerken, discussiëren, feedback geven, argumenten bedenken, gespreksregels, mening geven en onderbouwen. Bij opdracht 5 gaan de kinderen hun partijprogramma presenteren. De kinderen gaan discussiëren en bedenken argumenten waarom hun partij moet winnen. Vervolgens wordt er gestemd en volgt een winnaar.

    • Extra materialen die nodig zijn: computers, wereldkaart, cd-speler, werkbladen, beeldende vormingsmateriaal, internetaansluiting, stembriefjes.

    • Webkwestiemakers: Jana Jöres, Tamara Kragten, Arjen Haak, Sarah Suttmann.

    • Voor feedback en andere opmerkingen: klik hier.

Taak 1

Kerndoel 4

De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen.

Leerlijnen: Ze lezen zelfstandig allerlei soorten teksten: informatieve teksten en instructieve teksten in boeken, tijdschriften, schoolkrant, kranten, op internet.


Kerndoel 5
De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.

Leerlijn: De kinderen ervaren en kennen de verschillende functies die schrijven kan hebben: expressief, communicatief en conceptualiseren. Ze schrijven allerlei soorten teksten. Ze weten dat je verschillende redenen (doelen) kunt hebben om te schrijven:

  • voor je plezier of om anderen van te kunnen laten genieten;

  • om iemand te informeren;

  • om aan te geven hoe je iets moet doen of maken;

  • om anderen te laten weten wat je ergens van vindt en/of om iemand te overtuigen.

Taak 2

Kerndoel 47
De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.

Taak 3

Kerndoel 54
De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.

Leerlijn
De kinderen zingen met elkaar liederen over onderwerpen waarvoor zij belangstelling hebben, bijvoorbeeld liefdesliedjes of liedjes uit de popmuziekcultuur.

Taak 4 en 5

Kerndoel 34
De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen.
Leerlijn:

  • Ze onderzoeken welke veranderingen mogelijk zijn.

  • Ze oefenen in de (verbeelde) praktijk in het omgaan met conflictsituaties door voor alle partijen passende oplossingen te vinden.

  • Ze leren bij het uitvoeren van taken in een groep plannen te maken en de uitvoering te organiseren.

Kerndoel 36
De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger.

Leerlijn

  • De kinderen bereiden zich voor op het gesprek met een wethouder.

  • Ze maken een keuze of ze losse vragen gaan stellen of als groep een probleem aan de wethouder gaan voorleggen.

  • Ze organiseren een verkiezing voor een school/ leerlingenraad.

  • Ze maken een verkiezingsprogramma.

  • Ze voeren een campagne.

  • Ze ontwerpen affiches.

  • Ze organiseren een verkiezing.

Leerstijlen volgens Kolb

  • doeners (kunnen zelfstandig aan de slag, hebben weinig uitleg nodig, zijn bezig met creatieve opdrachten)

  • denkers ( kunnen n.a.v. teksten hun mening vormen, verdiepen zich snel in de leerstof)

  • bezinners ( n.a.v. discussie verwerven zij zelf ervaring op het gebied van democratie)

  • beslissers ( nemen zelf het initiatief, om leiding te geven, ze denken lang na, ze gaan gewoon aan de slag).

Klassenmanagement

Er zijn een aantal computers nodig. Daarom moet de leerkracht een aantal computers, laptops etc. te reserveren. Verder kunnen de leerlingen zelf aan de slag en hebben weinig uitleg nodig. De opdrachten worden wel in de klas besproken en vergeleken. Groepjes worden gevormd aan hand van de voorkeur voor bepaalde leerstijlen. Daarom mogen kinderen zelf kiezen wat hen het meeste aanspreekt. Dit zal zorgen voor homogenen groepen. Ook als klaaropdracht mag aan deze webkwestie worden gewerkt. Is er de mogelijkheid om met stemkastjes te werken dan moet er een aantal stemkastjes gereserveerd worden. Zo nodig fietstocht naar een andere onderwijsinstelling (PABO) organiseren voor stemkastjes.

Warming up

  • Download het werkblad "Placemat" en print het uit op A3-formaat. Kan dat niet, dan A4.

Literatuur: http://www.leren.nl/artikelen/2003/leerstijlen.html, Visser Y. , Leraar worden, Esstede , 2005: Heeswijk- Dinther